,

Lopen tegen je grens

Lopen tegen je grens

Voor veel mensen is hardlopen een leuke hobby waar veel plezier aan beleefd wordt. Volgens het Pim Mulier Instituut lopen 2.4 miljoen mensen hard in Nederland.

Toch zijn er momenten dat het gewoon niet lekker loopt. Door blessures kom je niet aan het niveau dat je gewend bent te halen. Ik heb in het eerste halfjaar een paar nare blessures gehad, zoals een verrekte spier door kou en onlangs tijdens het mountainbiken een val tegen een boom. Ik knalde met mijn ribben eerst tegen de boom en daarna tegen de grond, wat een flinke kneuzing opleverde. Dan blijkt maar weer dat je met name tijdens het lopen de spieren rond je ribben gebruikt. Met name bij ademen en niezen was dat erg onprettig. Je bent er ook nog eens een flinke tijd mee kwijt, een paar weken sowieso.

Dan is het weer werken om op je oude niveau te komen. Afhankelijk van je blessure is er zelfs een kans dat je niet meer op het oude niveau terug komt. Na mijn hernia ben ik nooit meer op het oude niveau gekomen, hoewel natuurlijk ook leeftijd en ouder worden meespeelt.

Lopen tegen je grens

Naast de belemmering van een blessure is er nog een andere oorzaak dat je voelt dat je niet het maximale eruit haalt. Let wel, je hoeft niet altijd maximaal te gaan. Sterker nog, dat is contraproductief. Langzame duurlopen, herstelloopjes, afwisseling en rust zijn de elementen van een afgewogen training.

Wat ik bedoel is dat je een grens hebt qua snelheid, afstand en frequentie. Deze valt zeker in het begin te verleggen maar er komt een moment dat je voelt dat je niet verder komt. Zeker als je alleen loopt, zonder trainer of loopgroep is het niet makkelijk om deze te doorbreken. Een van de redenen kan zijn dat je te eenzijdig loopt. Een trainer brengt variatie aan in de training. Dit kan je ook zelf doen maar vreemde ogen dwingen. Verder kun je je in een loopgroep met anderen meten.

Maar iedereen heeft een grens. Usain Bolt, Dafne Schippers en ook Piet Visser uit Opmeer. Natuurlijk zijn de eerste twee toptalenten die zich meten met de wereld top, maar ook (de fictieve) Piet Visser meet zich met zichzelf en met anderen.

Lopen tegen je grens

Een wedstrijd winnen is voor veel hardlopers een droom. De toplopers gaan zo hard dat een recreant geen enkele kans maakt. Ga maar na, de top haalt rond Β de 20 km per uur. Ik heb ooit uitgerekend bij de Haarlemse grachtenloop dat de gemiddelde snelheid voor mannen op zo’n 10 km per uur staat.

Maar dat is niet erg, de voldoening dat je lekker hebt gelopen is genoeg. Toch kan het balletje vreemd rollen.

Homefront Run for Hope

Onlangs deed ik mee aan een kleine wedstrijd voor het goede doel in Princeton NJ. Een paar honderd personen deden mee. Het terrein wat geaccentueerd en ondanks dat het om 9 uur startte was het al behoorlijk warm.

Tijdens de run voelde ik dat het lekker liep. Op de eerste mijl had ik een snelheid die ik al lange tijd niet gehaald had. Ik was in staat om lopers in te halen en ook later hield ik de snelheid vast. Ik haalde nog een aantal lopers in en met een eindsprint naar de finish kwam ik moe maar zeer tevreden over mijn tijd binnen.Β  Ik was zelfs in staat om nog de aanval van een andere loper af te slaan. Hij kwam 0.6 seconden later binnen en hij zei : great run!

Toen ik weer bijgekomen was en naar de uitslagen keek bleek dat ik 3e was geworden in mijn leeftijdscategorie. De lopers die ik had ingehaald en voorgebleven waren nummer 4 en 5. Wat is het geheim? Geen idee. Ik had mijn dag, dat was zeker. Hadden zij een mindere dag of ook een topdag? Ik zal het nooit weten.

Zelfs al zou ik niet derde zijn geworden dat doet er niets aan af. Natuurlijk baal je op zo’n moment maar zo’n uitslag komt niet jaarlijks voor. Wat dat betreft is het de kers op de appelmoes.